Winkelen moet een belevenis zijn
Winkelgebied De Fahrenheit, al sinds 1920 een begrip in Den Haag, is het hart van de Bomenbuurt en biedt al meer dan 100 jaar een afwisselend winkelaanbod. Voor de gewone dagelijkse boodschappen, veel speciaalzaken, veel verswinkels. Een van de ondernemers is Michael Juten, van Anne&Max Fahrenheitstraat. Hoe maak je een redelijk exclusieve winkelstraat inclusiever?
Ook dit winkelgebied heeft een klap gehad van Covid. Je merkt natuurlijk dat een aantal ondernemers is verdwenen, en je ziet dat die plaatsen vaker door de horeca worden ingenomen dan door winkeliers. Er zijn natuurlijk altijd mensen die weg blijven, maar op dit moment is er weer meer toeloop. We redden het wel, maar we moeten als winkeliers natuurlijk ook zelf aan de slag. Hierbij hoort ook het inclusiever maken van De Fahrenheit. Het winkelgebied moet voor iedereen bereikbaar en toegankelijk worden, voor alle mensen, met of zonder beperking. Aan inclusie wordt natuurlijk op overheidsniveau gewerkt. Gebouwen worden toegankelijk gemaakt, veel (letterlijke) obstakels worden weggewerkt.
Begin met kleine dingen
Maar belangrijk is ook wat de ondernemers zelf doen. Eén ding is in de Fahrenheitstraat al geregeld: de straattegels liggen op hetzelfde niveau als de ingangen van de winkels, er zijn dus nauwelijks drempels bij de ingang. Bereikbaar maken van winkels kan verder natuurlijk van alles inhouden. Je kunt gemakkelijk met kleine dingen beginnen. Je merkt dat een deur in je winkel klemt, of gewoon loodzwaar is. Denk eens aan beugels op het toilet, of aan een lager hangende spiegel voor mensen in een rolstoel. Ik zorg ervoor dat mijn vuilcontainers niet in de weg staan, dan staan ze gelijk ook uit het zicht. Bovendien proberen we er met zijn allen er zo veel mogelijk voor te zorgen dat die fietsen niet overal de straat barricaderen.
Sociaal ondernemer
Als sociaal ondernemer houdt Michael zich ook bezig met een andere vorm van inclusie. Hij wil graag mensen in dienst nemen die door hun beperking een lange afstand tot de arbeidsmarkt hebben, maar in de praktijk zitten daar wat haken en ogen aan. Ik heb tijdelijk iemand met een auditieve beperking en iemand met een autistische beperking in dienst gehad. Als ondernemer wil ik dat heel graag, maar ja, het werk is druk en de medewerker krijgt er dan een collega bij met een beperking. Ik leg hierdoor extra druk op de schouders van de mensen die deze nieuwe collega inwerken en ermee samen werken. En die druk is niet voor iedereen werkbaar. Kortom: de ondernemer kan het wel willen, het team moet het ook aankunnen om iemand goed te begeleiden. Ik heb nu contact met een praktijkschool, want we blijven het wel proberen.
Goed voor de gast, de leverancier en het milieu
Naast de letterlijke, is er ook een figuurlijke bereikbaarheid. Voor zichzelf legt Michael de lat hierbij hoog. Anne&Max moet voor hem een soort huiskamer in de stad zijn waar de gasten zich op elk moment van de dag thuis voelen. Je kunt er dan ook rustig een boek of een krant lezen of aan de leestafel een spelletje spelen. Het concept van Anne&Max is om goed te zijn voor onze gasten (bio, fairtrade, eerlijk), voor onze leverancier en ook voor het milieu. Elk gerecht heeft bij ons de gezonde mix van voedingstoffen, veelal met biologische ingrediënten en is laag aan suikers. Bij gastvrijheid zijn ook kleine dingen belangrijk, al is het alleen maar dat je iemand die doof is met gebarentaal kunt begroeten. Je moet zorgen dat de sfeer in de zaak zo toegankelijk en aantrekkelijk is dat de mensen daarom al graag komen. En eigenlijk geldt dat natuurlijk voor de hele Fahrenheitstraat: we moeten er samen voor zorgen dat winkelen een belevenis is. De mensen moeten zich echt welkom voelen.
https://www.annemax.nl/vestigingen/den-haag-fahrenheit/
Edward de Bruin