Op 3 april sprak de Tweede Kamer met minister Helder van VWS over de voorgang van de uitvoering van het VN-Verdrag Handicap. Onze landelijke partner Iederin heeft de Tweede Kamer met een brief aangemoedigd haast te maken. Hieronder een samenvatting van die brief:

Voor ruim 2 miljoen mensen met een beperking en hun naasten is dit een belangrijk debat. Want de verwachtingen waren hoog toen in 2016 het VN-verdrag geratificeerd werd. Maar mensen met een beperking merken er in de praktijk nog weinig van. Dit gevoel werd breed gedeeld door de ervaringsdeskundigen die tijdens de ronde tafel van 20 maart met Kamerleden in gesprek gingen. De kwaliteit van leven van mensen met een beperking, en hun naasten, staat sterk onder druk. Niet vanwege hun beperking, maar vooral vanwege de verkokerde wetgeving, knelpunten in de zorg, bureaucratie, en steeds grotere uitsluiting en achterstanden in alle domeinen van het leven. Mensen met een beperking en hun naasten moeten op allerlei terreinen extra hard werken om er te mogen zijn en om naar wens en vermogen deel te nemen aan het maatschappelijk leven. 8 Jaar na de inwerkingtreding in Nederland van het VN-verdrag Handicap mag de vrijblijvendheid er echt af. Als de overheid in haar handelen de rechten van mensen met een beperking schendt, dan moet dat kunnen worden voorgelegd aan de rechter. Als gemeenten niet in lijn handelen met de wet of het verdrag dan moet dat gecorrigeerd worden. Daarom is doorpakken nu nodig! Met de nationale strategie voor de implementatie van het VN-verdrag Handicap, de implementatie van het facultatieve protocol, het versterken van lokale representatie van mensen met een beperking en de ratificatie van het VN-Verdrag Handicap in het Caribische deel van het Koninkrijk.

Nationale strategie in Regeerakkoord

Het realiseren van een toegankelijk Nederland, waarin de structurele uitsluiting en achterstelling van mensen met een beperking is opgeheven, is een Rijksbrede opgave en verantwoordelijkheid. Het is essentieel dat het regeerakkoord de nationale strategie volledig omarmt en voorziet in mandaat bij alle ministeries en budget voor een voortvarende uitvoering.

Wilt u de minister vragen om:
- In de formatie richting de partijen die gaan onderhandelen over het regeerakkoord te benadrukken dat de implementatie van het VN-verdrag en de uitvoering van de nationale strategie een Rijksbrede opgave is, waar mandaat en budget voor nodig is vanuit alle ministeries en alle overheidslagen.
- Zorg te dragen dat de nationale strategie in het Regeerakkoord wordt verankerd.

Lokale representatie - Niets over ons zonder ons

De betrokkenheid van mensen met een beperking, hun naasten en hun vertegenwoordigende organisaties is noodzakelijk om de implementatie van het VN-verdrag Handicap uit te voeren. Het gaat er immers om dat elk beleid en elke wet die mensen met een beperking raakt ook in samenspraak met hen wordt gemaakt. Dat is nodig bij de nationale strategie maar ook op lokaal niveau. Wij hebben grote zorgen over de staat van de lokale vertegenwoordiging en de ontwikkelingen op dit terrein.

In de meeste gemeenten bestaat een adviesraad sociaal domein of een Wmo-raad. Die hebben een adviserende rol naar de gemeente maar zijn geen stem van, voor en door mensen met een beperking. Die rol is voor de lokale gehandicaptenplatforms en die doen dat op alle levensdomeinen, dus breder dan het sociaal domein. In zeker de helft van alle gemeenten is er echter geen gehandicaptenplatform. Daar waar deze platforms er wel zijn, hebben zij vaak beperkt positie en dreigen zij om te vallen. Gemeenten zonder zo’n platform hebben grote moeite om bijvoorbeeld een lokale inclusie agenda (LIA) op te stellen. Om een einde te maken aan de vrijblijvendheid bij het betrekken van mensen met een beperking bij beleid wat hen aangaat pleiten wij daarom voor een verplichting voor alle gemeenten om een gehandicaptenplatform mogelijk te maken en te faciliteren. Voor gemeenten die al een actief gehandicaptenplatform faciliteren betekent dit een erkenning van hun inspanningen voor inclusief beleid. En voor de gemeenten die nog niet zo’n platform hebben, wordt het veel eenvoudiger om mensen met een beperking daadwerkelijk te betrekken bij alle beleid dat het aangaat. In Denemarken is dit geregeld met een wet waarmee elke gemeente verplicht is een gehandicaptenraad in te stellen, van, voor en door mensen met een beperking. Wij bepleiten een dergelijke wettelijke verplichting ook in Nederland.

Wanneer u deze vraag stelt verwijst de minister mogelijk naar het initiatief voor het opbouwen van een regionale infrastructuur voor regionale (en lokale) belangenbehartiging (de regionale participatiehubs). Vanuit het PG-beleidskader wordt hier jaarlijks 8 miljoen voor beschikbaar gesteld. Ieder(in) is echter bezorgd over de inhoud en vorm van dit initiatief. Wat bedoeld was als versterking van de regionale infrastructuur voor de belangenbehartiging van mensen met een beperking of chronische ziekte, gefinancierd vanuit het beleidskader voor de patiënten- en gehandicaptenbeweging, is omgevormd tot 'beleidsparticipatie' van alle burgers waarin de stem van mensen met een beperking verwatert. Ons punt gaat niet over dit traject, maar omdat het raakt aan lokale representatie en de minister hier mogelijk naar verwijst is het belangrijk dat u deze achtergrond kent. Voor dit moment zouden wij u echter willen vragen aandacht te hebben voor de positie en toegevoegde waarde van lokale gehandicaptenplatforms.

Wilt u de minister vragen om:
- De betrokkenheid van mensen met een beperking en hun naasten op lokaal niveau via een gehandicaptenplatform wettelijk te borgen.

Versterking rechtspositie

De rechtspositie van mensen met een beperking en hun naasten staat onder grote druk. Al was het maar omdat veel gemeenten nog steeds in strijd handelen met de wet bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het is van groot belang dat de rechtspositie van deze burgers versterkt wordt. Mensen met een beperking en hun naasten moeten hun recht kunnen halen wanneer de overheid niet aan haar verplichtingen voldoet. Hiervoor is het essentieel dat het College voor de Rechten van de Mens ook kan oordelen over eenzijdig handelen van de overheid. Daarnaast is de ratificatie van het facultatief protocol een enorm belangrijke stap. Wij waren verheugd met de toezegging van minister Helder de implementatiewet voor de ratificatie voor de zomer van 2024 naar de Tweede Kamer te sturen. Het facultatief protocol bepaalt dat je als individu of als belangengroep bij het VN-comité een klacht kunt indienen als de overheid in jouw land zich niet aan het verdrag houdt. Het is dus een manier om je individuele recht te krijgen als dat via nationale wetgeving niet lukt.

Wilt u de minister vragen:
- De bevoegdheden van het College voor de Rechten van de Mens uit te breiden zodat zij ook haar oordeel kan geven over eenzijdig handelen van de overheid.
- Of de minister haar toezegging met betrekking tot de implementatiewet van het facultatief protocol kan nakomen.
- Hoe de minister het vervolg ziet nadat het facultatief protocol is geratificeerd.

 

 

Contact

Van Diemenstraat 196
2518 VH Den Haag
070 365 52 88
info@voorall.nl

 

Blijf op de hoogte!

Ongeldige invoer
Ongeldige invoer
Ongeldige invoer