Het TestTeam bezocht twee belangrijke projecten in de buitenruimte: het vernieuwde Kijkduin en de opnieuw ingerichte Keizerstraat. De ervaringen liepen sterk uiteen.
Teleurstellende toegankelijkheid Nieuw Kijkduin
Voor Kijkduin moeten we helaas concluderen dat, hoewel er enkele positieve punten te noemen zijn, de algehele conclusie zorgelijk is: het gebied voldoet op meerdere onderdelen niet aan de richtlijnen uit het Handboek Openbare Ruimte en de richtlijnen voor toegankelijke gebouwen.
Strand feitelijk ontoegankelijk
De grootste zorg is dat de hellingen aan beide kanten van het winkelcentrum veel te steil zijn. Hierdoor is de badplaats in de praktijk niet bereikbaar voor mensen die afhankelijk zijn van een rolstoel of rollator. Alleen door bij de bouw van het nieuwe Atlantis Hotel een toegankelijke route naar het strand op te nemen, kan deze fout worden hersteld.
Meer knelpunten in ontwerp en uitvoering
Ook andere toegankelijkheidseisen worden onvoldoende nageleefd. Leuningen bij trappen zijn niet goed vormgegeven en markering op de trap voor mensen met een visuele beperking ontbreekt. Geen enkel gehandicaptentoilet voldoet volledig en verschillende panden voor de horeca hebben hoge drempels — met uitschieters tot 70 cm.
Oproep tot overleg en actie
Voorall dringt aan op spoedig overleg om te voorkomen dat Den Haag in de toekomst opnieuw ontoegankelijke gebieden ontwikkelt. Daarnaast vragen we knelpunten in de huidige situatie actief op te lossen. Meer lezen? Klik hier voor het volledige TestTeamverslag.
Keizerstraat: nog niet overal toegankelijkheid
De test in de recent vernieuwde Keizerstraat vond plaats naar aanleiding van signalen dat de nieuwe keien een oncomfortabele ondergrond zouden vormen voor mensen die gebruikmaken van een rolstoel, rollator of scootmobiel. De onregelmatigheid en trillingen maken de straat minder toegankelijk — een belangrijk aandachtspunt, zeker omdat de gemeente dit type bestrating vaker wil toepassen.
Meer dan alleen bestrating
Tijdens de schouw is niet alleen naar de keien gekeken, maar naar de volledige inrichting van de straat. Daarbij kwamen diverse knelpunten naar voren, zoals onduidelijke of slecht geplaatste bebording, het structurele fietsparkeerprobleem en de ontoegankelijke toegang tot een aantal panden.
Gebrek aan geleiding en duidelijke zonering
Voor mensen met een visuele beperking ontbreekt adequate routegeleiding, wat zelfstandig de route vinden bemoeilijkt. Daarnaast is de zonering van straatmeubilair en terrassen onvoldoende duidelijk, waardoor de straat een rommelige indruk maakt. Nieuwsgierig geworden? Klik hier voor het volledige TestTeamverslag.
Oproep tot verbetering
Voorall hoopt dat de gemeente de adviezen uit beide testteamverslagen ter harte neemt en stappen zet om de toegankelijkheid te vergroten. Zodat zowel het nieuwe Kijkduin als de Keizerstraat een plek wordt waar álle Hagenaars zich veilig en zelfstandig kunnen bewegen.
Zienswijze Voorall op het Intergemeentelijk Gebiedsprogramma Binckhorst & Vlietlijn
Toegankelijkheid vanaf de ontwerptafel
Voorall verwelkomt de plannen voor de doorontwikkeling van de Binckhorst, de Vlietlijn en de regionale mobiliteit. De nieuwe hoogwaardige openbaar vervoerverbinding is belangrijk voor de groei van woningen en werkplaatsen, maar toegankelijkheid wordt nog niet vanzelfsprekend meegenomen. Daarom pleiten wij ervoor om inclusiviteit al vanaf het ontwerp structureel te borgen.
Bereikbare haltes
Voorall vraagt om haltes binnen 500 meter afstand, een extra halte bij de Maanweg/Binckhorstlaan en een verbinding naar halte Melkwegstraat vanuit Voorburg. Ook moeten alle haltes goed bereikbaar zijn, met Kiss & Ride-mogelijkheden en gehandicaptenparkeerplaatsen. Extra lange haltes dienen aan beide zijden bereikbaar te worden gemaakt met een hellingbaan en geleidelijnen om de halte te vinden. De aanleg van OV-voorzieningen moet gelijk oplopen met woningbouw, zodat bewoners direct gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer.
Hoogteverschillen toegankelijk overbruggen
Het gebied kent veel hoogteverschillen. Deze mogen geen obstakel vormen voor mensen met een beperking. Hellingen moeten voldoen aan CROW-richtlijnen, trappen moeten duidelijk gemarkeerd worden en bij een trap is altijd een naastgelegen hellingbaan nodig.
Fietsparkeren en autotoegang voor iedereen
Fietsparkeerplekken moeten bruikbaar zijn voor scootmobielen en aangepaste fietsen, met oplaadpunten, automatische deuren en een geschikte lift. Voor automobilisten met een beperking is parkeren binnen 50 meter van thuis of een voorziening essentieel, met toegankelijke parkeergarages en extra gehandicaptenparkeerplaatsen algemeen en op kenteken.
Toegankelijke openbare ruimte
In voetgangersgebieden zijn natuurlijke gidslijnen nodig voor de oriëntatie voor mensen met een visuele beperking. Verder zijn voldoende rustplaatsen met arm- en rugleuning belangrijk. Speelplekken horen inclusief te zijn, zodat kinderen en (groot)ouders met een beperking hier ook terecht kunnen. Ook collectieve voorzieningen, zoals daktuinen gedeelde woonkamers of sportvoorzieningen moeten voor iedereen bruikbaar zijn. Voor daktuinen geldt dan dat deze met een lift bereikbaar zijn.
Integrale toetsing
Voorall pleit tot slot voor een integrale toegankelijkheidstoets en structurele betrokkenheid van ervaringsdeskundigen. Zo bouwen we samen aan een écht inclusieve Binckhorst en Vlietlijn.
Klik hier om de zienswijze te lezen.
In 2025 deed Stichting Voorall weer mee aan de subsidieregeling Samen Sociaal en Vitaal. En wat een jaar is het geworden! Door het hele jaar heen hebben we met uiteenlopende activiteiten Hagenaars met een beperking gestimuleerd, geïnspireerd en met elkaar in contact gebracht. Deelnemers hebben niet alleen nieuwe kennis opgedaan, maar ook kracht, zelfvertrouwen en vriendschappen gevonden.
Een jaar vol beweging, ontmoeting en bewustwording
Van januari tot en met het einde van het jaar organiseerde Voorall meer dan twintig verschillende activiteiten voor mensen met een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of chronische beperking. Daarbij stonden vitaliteit, zelfredzaamheid en participatie centraal — precies waar Samen Sociaal Vitaal voor bedoeld is.
Een paar hoogtepunten uit het jaar:
Verbinden en versterken
Bij alle activiteiten stond ervaringsgericht leren centraal: zelf doen, uitproberen, delen en leren van elkaar. Deelnemers gaven aan dat ze hierdoor meer inzicht kregen in hun eigen kracht en grenzen, én dat ze zich gesteund voelden door anderen die hun situatie begrijpen. Regelmatig ontstonden blijvende contacten en nieuwe samenwerkingen.
Toegankelijkheid voorop
Alle activiteiten vonden plaats op toegankelijke locaties, met aandacht voor bereikbaarheid, bruikbaarheid en een veilige sfeer. Zo kon iedereen — ongeacht beperking — volwaardig meedoen.
Vooruitblik
De ervaringen van afgelopen jaar laten zien hoeveel impact deze initiatieven hebben. Daarom zet Voorall het komende jaar met volle overtuiging in op een vervolgprogramma. Daarin willen we Hagenaars met een beperking opnieuw perspectief en groei bieden, via activiteiten die vitaliteit, zelfredzaamheid en participatie versterken.
Samen bouwen we aan een Den Haag waar iedereen, op zijn of haar eigen manier, mee kan doen.
Samen sociaal, samen vitaal — en samen sterk!
Een van de meest voorkomende restverschijnselen is moeheid ook wel Neurofatique, daar heb ik wel eens over geschreven. Een van de meest voorkomende maar minst bekende restverschijnselen is Zelfoverschatting.
Zelfoverschatting, bijna iedere lotgenoot die ik spreek heeft er in meer of mindere mate last van. In ons hoofd is vanzelfsprekend van alles misgegaan door de cva maar dat neemt niet weg dat onze gedachten nog steeds dezelfde zijn, daar is niet ineens een verandering ingekomen wat ertoe leidt dat wij, mensen met NAH nogal eens denken gewoon alles nog te kunnen.
Bij mijn begon dat eigenlijk al in het ziekenhuis. Ik had die dag mijn slecht nieuws gesprek gehad waardoor ik enorm schrok uiteraard. Die avond kwam mijn baas op bezoek en een van de eerste dingen die ik zei was “ik ben er maandag weer hoor, deze week zal lastig worden (het was dinsdag) maar maandag moet wel lukken”
Het zal je niet verbazen dat ik maandag helemaal niet aan het werk ging. Het duurde nog 10 maanden voordat ik met een enkel uurtje begon met werken.
Of dat ik op een zaterdag bedacht dat ik wel boodschappen kon doen. Man, dochter en zoon hadden geen tijd, ik doe het wel, natuurlijk kan ik dat gewoon. Ik was overtuigend genoeg naar ze want zij gingen allemaal weg en ik ging naar het dorp om boodschappen te doen. Ik weet nog heel goed dat ik de Jumbo inliep met het karretje en ik overvallen werd door de hoeveelheid mensen die daar waren. Al die mensen, al het lawaai, muziek, kleuren, geuren.. al die prikkels veroorzaakten vrij snel kortsluiting in mijn brein maar ja ik moest wel door van mezelf.
In die tijd nog geen handscanner dus alles in het karretje, op de band en weer in het karretje.. het zweet droop over mijn rug, ik was kotsmisselijk en moest me focussen op alle handelingen. De kassière keek me verschrikt aan en ik riep dat er niks aan de hand was maar dat klopte natuurlijk niet, het ging heel slecht. Ik moest pinnen en kreeg mijn pasje niet in het pinapparaat. Mijn coördinatie deed het niet meer en ik stond te zwaaien als een tuimelaar op mijn benen. Ik vertelde in tranen dat ik voor het eerst boodschappen ging doen na mijn herseninfarct. Die dame achter de kassa was woedend op mij omdat ik niks had gezegd. Dan had ze me kunnen helpen. Ineens kwam er een mevrouw naar me toe, zij was al door de kassa heen en zag wat er gebeurde. Deze mevrouw pakte mijn pasje deed em in het apparaat en vroeg me de code in te typen. Ze hielp me daarbij. Ze deed de laatste boodschappen zonder wat te zeggen in mijn karretje, legde mijn handen op het karretje en bleef naast me lopen tot de auto. Daar zette ze me in de auto en pakte de sleutels en ging mijn boodschappen inladen, bracht het karretje weg en kwam naast me zitten. Gaat het weer een beetje vroeg ze. In tranen vertelde ik mijn verhaal en dat ik dacht wel even boodschappen te kunnen doen. De dame was een engel, later heb ik haar nog opgespoord en een bos bloemen laten bezorgen. Zij was een engel die ik nooit meer zal vergeten, ik leed simpelweg aan zelfoverschatting.
Dit is een klein voorbeeld maar zo zijn er talloze geweest de afgelopen bijna 12 jaar. Nog steeds denk ik, dat doe ik wel even.. maar vaak kost het mij veel, te veel energie en daarna kost het mij veel tijd om bij te komen.
Nu ik als ervaringsdeskundige aan de slag ben zie ik die zelfoverschatting heel erg terug bij de patiënten. Ik word dan een beetje verdrietig want ik denk aan de weg die ze nog te gaan hebben. En tegelijkertijd brengt het je ook veel, want je doet het toch maar, wat “het” ook is. Uiteraard heb ik het niet over de dingen die ik doe waarbij ik expres over al mijn grenzen ga. Dat doe ik ook heel regelmatig maar dan weet ik wel dat het me veel gaat kosten en dat heb ik er dan voor over. Zo ben ik een tijdje geleden een weekend naar de Efteling geweest. Een weekend was wel echt heel heftig maar ik hoop volgende maand samen met een lieve vriendin nog een keer een dagje te gaan. We gingen vroeger ieder jaar samen op een doordeweekse dag en het liefst als er regen voorspeld was want dan was het niet zo druk. Inmiddels zijn we wat jaartjes ouder en denken we dit nog steeds goed te kunnen. Zelfoverschatting...misschien…maar op zeker een leuke dag!
Liefs
Belinda
Onlangs organiseerde Voorall een bijeenkomst om meer te leren over leven met een licht verstandelijke beperking. De workshop werd verzorgd door Jantine Huijssen van MEE. Zij adviseert en ondersteunt in haar dagelijks werk veel mensen met een licht verstandelijke beperking. Aan de hand van praktijkvoorbeelden waar mensen met een licht verstandelijke beperking moeite mee hebben, nam Jantine de deelnemers langs allerlei problemen waar deze mensen mee te maken hebben.
Om te beginnen worden mensen met een licht verstandelijke beperking, net als iedereen met een beperking, niet graag aangesproken op hun beperking. Mensen die deze aandoening hebben, kun wel aan bepaald gedrag, bepaalde vaardigheden en taalgebruik herkennen. Volgens Jantine zijn er best veel mensen die kunnen worden gerekend tot de groep mensen met een licht verstandelijke beperking. Zij gaf aan dat ongeveer 14 procent van de Nederlandse bevolking een IQ heeft van tussen 50 en 85. Dat betekent dat 1 op de vijf à zes mensen tot de groep mensen met een licht verstandelijke beperking kan worden gerekend.
Functioneren
Mensen met een licht verstandelijke beperking kunnen vaak best redelijk functioneren in de maatschappij, maar ze hebben wel moeite met bepaalde aspecten. Bijvoorbeeld met het lezen van brieven, moeite om te begrijpen als iets wordt uitgelegd en ook om zelf iets uit te leggen. Ook zijn er mensen die onvoldoende huishoudelijke vaardigheden hebben zoals hygiëne en verantwoord eten.
Jantine: ‘Mensen die vastlopen door deze aandoening vragen niet vanzelfsprekend om hulp. Slechts een heel klein percentage van de cliënten van Jantine hebben zich zelf bij MEE gemeld. Vaak gaat het via via. De omgeving van iemand met een licht verstandelijke beperking ziet dat bepaalde dingen niet goed gaan. De omgeving trekt dan aan de bel.’
Geboortetrauma
Jantine vervolgt: ‘Sommige mensen hebben een erfelijke licht verstandelijke beperking, bij anderen is het ontstaan door een geboortetrauma of vroeggeboorte. En bij weer anderen is het ontstaan na de geboorte, bijvoorbeeld door een hersenbeschadiging. Het is ook mogelijk deze aandoening te krijgen door verwaarlozing, mishandeling of door een bepaalde sociale omgeving.’
‘Vaak is het lange termijn denken bij mensen met een licht verstandelijke beperking niet goed ontwikkeld. Iets eenvoudigs als ‘volgende maand’ wordt ervaren als heel ver weg. Een gevolg hiervan is dat geld heel gemakkelijk wordt uitgegeven, wat niet zelden tot problemen leidt.’
Jantine: ‘Ook vinden deze mensen het vaak lastig om met allerlei digitale ontwikkelingen om te gaan. Denk bijvoorbeeld aan reizen met een OV-chipkaart of het aanvragen van een DigiD. De samenleving gaat ervan uit dat iedereen met dit soort instrumenten kan omgaan. Toch heeft globaal 1 op de vijf à zes mensen er grote moeite mee. Dat roept de vraag op of we er zomaar altijd vanuit gaan dat iedereen over alle intellectuele kwaliteiten en vaardigheden beschikt om te leven zoals de samenleving en de overheid dat van ons verwacht.’
De samenleving verwacht dat volwassen mensen alles zelf kunnen doen. Zelfstandig een huishouden voeren, economische zelfstandig zijn, juridische verantwoordelijkheid nemen en maatschappelijk meedoen. Niet iedereen kan dat allemaal goed.
Jantine: ‘In taalkundig opzicht kunnen mensen met een licht verstandelijke beperking zich minder flexibel uitdrukken. Zij vertellen een verhaal vaak volledig vanuit eigen perspectief en verplaatsen zich niet in de luisteraar. Hoofd en bijzaken worden niet goed gescheiden. Ook overzien zij niet altijd goed welke mogelijke consequenties bepaalde uitspraken hebben.’
‘Soms helpt het om een diagnose te stellen. Dat is niet in de eerste plaats om vast te stellen of iemand een licht verstandelijke beperking heeft, maar om te beoordelen hoe die persoon het best geholpen of ondersteund kan worden.’
Als je een gesprek voert met iemand met een licht verstandelijke beperking dan is het volgens Jantine het best om concrete vragen te stellen. En als je iets wilt overbrengen dan in klein brokjes informatie en in eenvoudig taalgebruik.