Wie met Tia Quaedvlieg praat, merkt het direct: haar kracht zit in haar betrokkenheid. Al sinds de jaren negentig zet zij zich in voor mensen met een beperking of chronische ziekte. Niet omdat het moet, maar omdat het in haar zit. Zij werkt vanuit haar persoonlijke ervaringsdeskundigheid en gevoel voor solidariteit aan sociale rechtvaardigheid. Zij weet hoe het is om te leven met een chronische aandoening en afhankelijk te zijn van zorg en ondersteuning. Die ervaring gebruikt ze om op te komen voor anderen. Met evenveel bevlogenheid als toen ze begon, strijdt ze voor een samenleving waarin iedereen meetelt.
Van pionier tot verbinder
Haar maatschappelijke betrokkenheid begon al 35 jaar geleden, toen zij – werkzaam in het hotelwezen – zelf gezondheidsproblemen kreeg. Omdat er geen belangenorganisatie bestond voor mensen met symfysiolyse, richtte zij er samen met een mede-patiënte zelf één op. Voorlichting, lotgenotencontact en bewustwording stonden centraal. Wat begon als een initiatief uit noodzaak, groeide uit tot een belangrijke stem voor velen.
Diezelfde inzet bracht haar naar het Regionaal Patiënten Consumenten Platform (RPCP) en later naar de cliëntenraad van Thuiszorg Den Haag, die uiteindelijk opging in Meavita. Toen de landelijke overheid verantwoordelijkheden overdroeg aan gemeenten (Wmo, Jeugdwet, Participatiewet), volgde Tia de ontwikkelingen op de voet en bleef zich inzetten voor de belangen van cliënten.
Bruggen bouwen tussen beleid en praktijk
Tot voor kort was Tia actief lid van de Cliëntenraad Sociaal Domein (CSD) in Den Haag. Nu is zij voorzitter van de Werkgroep Toegang tot de Wmo, waarin zij samenwerkt met cliëntondersteuners van uiteenlopende organisaties. Deze werkgroep richt zich op de uitvoering van het beleid: wat merken mensen écht van de regels op papier?
Via spiegelgesprekken worden cliëntervaringen verzameld. Medewerkers van de gemeente luisteren mee om van deze ervaringen te leren. Het doel? Verbetering van de dienstverlening, zodat mensen passende ondersteuning krijgen. De werkgroep houdt een vinger aan de pols en volgt wat er daadwerkelijk verandert.
De wijk als gemeenschap
Tia beperkt zich niet tot beleid en vergaderingen. In haar wijk is zij een vertrouwd gezicht. Ze spreekt met cliënten en mantelzorgers, zoekt samen met hen naar manieren om zorg en ondersteuning beter af te stemmen. Ze bouwt aan een zorgzame buurt, waarin ook huisartsen, wijkagenten en buurtorganisaties een rol spelen. Tia is voor velen een schakel: iemand die mensen verbindt met de juiste hulpbronnen én met elkaar. Want niemand hoeft het alleen te doen.
Vanuit overtuiging en ervaring
Tia doet haar vrijwilligerswerk ook voor zichzelf. “Het geeft me het gevoel dat ik midden in de maatschappij sta,” zegt ze. Ze is gedreven door een gevoel van rechtvaardigheid. Als iets niet klopt, laat het haar niet los. Dat komt niet uit de lucht vallen: ze groeide op in een warm, maatschappelijk betrokken gezin. Haar ouders zetten zich in voor anderen, en die mentaliteit leeft voort – ook in haar dochters, die zich wereldwijd inzetten voor vrouwen en vluchtelingen.
Hoewel Tia veel meemaakt – ook privé, met ziekte, verlies en psychische belasting – blijft zij vechten. Ze zoekt hulp als het nodig is, bewaakt haar grenzen beter dan vroeger, maar blijft geraakt door het leed van anderen. “Als dat niet meer zo zou zijn, zou ik dit werk niet meer willen doen,” zegt ze resoluut.
Geen acceptatie, wel omgaan
Tia accepteert haar beperkingen niet, zegt ze eerlijk. “Dat vind ik te gemakkelijk. Ik probeer er goed mee om te gaan, maar accepteren… nee.” Die houding zegt alles over wie zij is: strijdbaar, realistisch en menselijk. Ondanks longproblemen, pijnklachten en de mentale belasting van haar werk, blijft ze zoeken naar wat wél kan.
Wat haar het meest voldoening geeft? “Dat ik echt iets voor mensen kan doen. Dat ze verder kunnen.” En als iets niet lukt? “Dan raak ik gelukkig niet gefrustreerd.”
Een inspiratie voor velen
Tia Quaedvlieg is een voorbeeld van wat één persoon kan betekenen voor velen. Door haar jarenlange inzet, haar menselijke benadering en haar onwankelbare rechtvaardigheidsgevoel heeft zij op talloze manieren bijgedragen aan een samenleving die inclusiever, zorgzamer en rechtvaardiger is.
Voorall zet haar graag in het zonnetje – want mensen als Tia maken het verschil.
Op woensdag 29 oktober 2025 is de Tweede Kamerverkiezing. U kunt dan stemmen voor de leden van de Tweede Kamer.Op de website www.stembureausindenhaag.nl vindt u een overzicht van alle stembureaus. Algemene informatie over stemmen en de verkiezing in Den Haag vindt u op www.denhaag.nl/verkiezingen.
Wat hebt u nodig om te stemmen?
De stempas hebt u inmiddels ontvangen. Om te stemmen heeft u uw stempas en uw legitimatiebewijs nodig. Niet vergeten, want anders kunt u niet stemmen! Uw legitimatiebewijs mag niet langer dan 5 jaar verlopen zijn. U kunt dus een legitimatiebewijs gebruiken waarop staat ‘geldig tot 30 oktober 2020’ of elke latere datum.
Kunt u zelf niet stemmen?
Als u niet zelf kunt stemmen, dan kunt u uw stem uitbrengen via een volmacht. Hoe dit werkt, leest u op https://www.denhaag.nl/nl/verkiezingen/iemand-anders-voor-u-laten-stemmen/
Waar en wanneer kunt u stemmen in Den Haag?
Overal in de gemeente Den Haag worden stembureaus ingericht. Bijna alle Haagse stembureaus zijn toegankelijk voor kiezers met een lichamelijke beperking. Een overzicht van de toegankelijkheid van alle stembureaus vindt u op www.stembureausindenhaag.nl. Ook zijn er acht stembureaus waar blinde en slechtziende mensen zelfstandig kunnen stemmen. Een overzicht van deze stembureaus vindt u op Stemmen voor blinden en slechtzienden - Den Haag
Stempas kwijt of niet ontvangen?
Vraag dan een vervangende stempas aan. Deze kunt u persoonlijk aanvragen bij de verkiezingsbalie van de gemeente Den Haag in het stadhuis (Spui 70). Neem een geldig legitimatiebewijs mee. Doe dit voor 28 oktober 2025, 12.00 uur.
U kunt tot uiterlijk 24 oktober 2025 ook online een vervangende stempas aanvragen op Vervangende stempas aanvragen - Den Haag Met het aanvragen van een vervangende stempas wordt uw ‘oude’ stempas ongeldig.
Hulp bij het stemmen
De meeste kiezers mogen alleen buiten het stemhokje worden geholpen. In sommige gevallen mag een kiezer wel in het stemhokje geholpen worden met stemmen.
Welke kiezers mogen wél geholpen worden in het stemhokje?
Alleen kiezers die door een lichamelijke beperking, waaronder blind- of slechtziendheid, niet in staat zijn om zelfstandig het stembiljet in te vullen, mogen als zij daar zelf om vragen, in het stemhokje geholpen worden door een stembureaulid of een zelfgekozen begeleider.
Dat staat in de Kieswet, Artikel J 28:
"Wanneer aan het stembureau blijkt dat een kiezer wegens zijn lichamelijke gesteldheid hulp behoeft, staat het toe dat deze zich laat bijstaan." U mag zelf aangeven door wie u wordt geholpen. Dit kan iemand van het stembureau zijn, maar dat mag ook een begeleider zijn die u zelf hebt meegenomen.
Het kan zo zijn dat een kiezer geen lichamelijke beperkingen heeft, maar toch graag geholpen wil worden met stemmen. Een kiezer kan bijvoorbeeld alleen hulp nodig hebben met het uitvouwen van het stembiljet. Dat mag. Het invullen van het stembiljet in het stemhokje moet die persoon zelf doen.
Heeft deze persoon hierna ook hulp nodig met het opvouwen van het stembiljet? Ook dan mag iemand helpen. In dat geval geeft u wel uw stemgeheim op, omdat degene die het stembiljet voor u opvouwt kan zien op wie u heeft gestemd.
Rolstoeltoegankelijke stembureaus
De meeste stembureaus in Den Haag zijn toegankelijk voor kiezers in een rolstoel of met een rollator of scootmobiel. En voor kiezers die minder goed ter been zijn. Deze stembureaus hebben bijvoorbeeld een parkeerplaats voor gehandicapten, een rolstoeltoilet, of een rolstoeltoegankelijke ov-halte. Meer informatie hierover vindt u op rolstoeltoegankelijke stembureaus.
Stembureaus voor blinden en slechtzienden
In elk stadsdeel bevindt zich één stembureau met voorzieningen voor blinde en slechtziende kiezers.
U vindt hier:
De volgende stembureaus hebben extra voorzieningen voor blinde en slechtziende kiezers:
Informatie over stemmen met een stemmal voor blinden en slechtzienden
De stemmal en geluidsbox zijn speciaal ontwikkeld voor blinde en slechtziende kiezers. Bij het gebruik van de stemmal wordt het stembiljet voor u in een speciaal ontwikkelde mal met gaatjes gelegd. Via de soundbox met koptelefoon krijgt u te horen welke partijen en kandidaten op de lijst staan. U hoort ook het nummer van de gewenste partij en van de kandidaat op wie hij of zij wil stemmen. Op de mal zijn de partijen met voelbare cijfers en in braille aangegeven. De juiste kandidaat vindt u door, onder de gewenste partij, gaatjes te tellen. Met het potlood kleurt u het gewenste vakje rood. Op deze manier blijft het stemgeheim voor kiezers met een visuele beperking gewaarborgd.
In dit filmpje met voice-over wordt het stemmen met de stemmal stap voor stap uitgelegd: Stemmen met een stemmal - YouTube
Kandidatenlijst
De kandidatenlijst is als toegankelijk pdf-bestand en in gesproken versie beschikbaar is op denhaag.nl/verkiezingen. U vindt deze hier: Kandidatenlijsten Tweede Kamerverkiezing - Den Haag
Gratis gebarentolk op afstand
Bij ieder stembureau is het mogelijk gratis een gebarentolk op afstand in te zetten. Op elk stembureau hangt een poster met een QR-code. Doven en slechthorenden kunnen de code scannen met hun telefoon om direct verbinding te maken met een gebarentolk. De tolk vertaalt Nederlandse Gebarentaal naar gesproken Nederlands en andersom. Kiezers die geen gebarentaal beheersen, kunnen chatten met de tolk. Kijk voor meer informatie op https://www.doof.nl/verkiezingen/.
Informatie over stemmen voor mensen met een verstandelijke beperking
Kijk voor meer informatie over zelf stemmen op www.hoewerktstemmen.nl. Op deze website geeft Steffie u uitleg over de verkiezingen. En over hoe u moet stemmen.
Klachten
Hebt u onverhoopt een klacht? U kunt deze indienen bij de voorzitter van het stembureau. Wanneer de klacht het optreden van de voorzitter van het stembureau betreft, kan de klacht ingediend worden via telefoonnummer 070 – 353 4488 of via een mail naar
Vragen?
Voor algemene vragen over de verkiezingen kunt u bellen met de unit Verkiezingen op 070 – 353 4488 of mailen naar
Voorall heeft in een brief aan wethouder Vavier (Armoede & Zorg) aangedrongen op betere informatieverstrekking over de Wmo. Voorall wordt hierbij gesteund door het samenwerkingsverband Academische Werkplaats Technologie voor Thuis. In de Academische Werkplaats werken onderwijsinstellingen, zorgorganisaties en belangenorganisatie en de gemeente Den Haag samen aan het verbeteren van de procedure rond het verstrekken van hulpmiddelen en het verbeteren van de informatieverstrekking aan inwoners met een hulpvraag. Afgeleid hiervan streeft de Academische Werkplaats ernaar om de informatieverstrekking over de Wmo te verbeteren.
Kennispakketjes
De Academische Werkplaats heeft afgelopen jaar onder meer kennispakketjes samengesteld. Ook is er een Technologie voor Thuis-Verkenner ontwikkeld. Inwoners kunnen via deze verkenner een ruim basisaanbod vinden van technische hulpmiddelen, passend bij hun ondersteuningsvraag. Maar er is meer nodig. Volgens Voorall en de Academische Werkplaats moet ook de informatie over het verstrekkingsproces via de Wmo, Zvw en Wlz worden verbeterd. Afgelopen jaar hebben belangenorganisaties zoals Voorall en expertisecentra voor specifieke doelgroepen op het terrein van zintuiglijke-, fysieke- of verstandelijke beperking of chronische aandoening(en) zich hiervoor ingezet. De samenwerkingspartners zien hiervoor echter ook een belangrijke verantwoordelijkheid voor de gemeente.
Helaas ervaren de vertegenwoordigers van de Academische Werkplaats en Voorall hier een groot knelpunt. De afgelopen anderhalf jaar zijn er diverse gesprekken met ambtenaren gevoerd, maar helaas heeft dit niet geleid tot bevredigende afspraken over integrale informatieverstrekking. Dit betekent dat inwoners niet op de gewenste wijze worden geïnformeerd.
Overzichtelijke informatie over verstrekking hulpmiddelen
Op de website van de gemeente is al veel informatie over verstrekking van hulpmiddelen te vinden, maar aan de integraliteit en diepgang valt nog veel te verbeteren. Zo worden er op de website delen van het Wmo-proces beschreven en wordt verdiepende informatie gedeeld via de Leidraad Wmo. Daarnaast krijgen cliënten naar aanleiding van het Wmo-onderzoek, informatie over de stappen die zij kunnen zetten als zij het niet eens zijn met het advies.
De informatievoorziening aan Wmo-cliënten is versnipperd beschikbaar. Vooraf is bij inwoners niet duidelijk hoe de procedure exact verloopt, terwijl dit uit oogpunt van zorgvuldigheid wel zou moeten. Het effect hiervan is dat cliënten de informatie uit verschillende bronnen moeten proberen te overzien, te begrijpen en te vertalen naar concrete acties.
Onlangs toonde kwalitatief onderzoek van Ieder(In) naar ervaringen met de Wmo in Den Haag aan dat 44 procent van de 43 cliënten de Wmo-procedure moeilijk tot heel moeilijk vindt. En dat het voor 70 procent van de cliënten onbekend was dat cliëntondersteuning hen daarbij had kunnen helpen.
Een overzicht met een beschrijving van de volledige Wmo-procedure ontbreekt vooralsnog, terwijl dat zeer wenselijk is. De samenwerkingspartners binnen de Academische Werkplaats denken aan een concreet stappenplan met achtereenvolgens te nemen stappen met daarin opgenomen informatie over cliëntondersteuning. Zij adviseren de gemeente niet alleen de informatie over de Wmo-procedure uit te breiden en te verbeteren, maar ook aandacht te besteden aan de andere wetten waarmee inwoners te maken hebben bij het verkrijgen van hulpmiddelen. Ook is het nuttig om in de communicatie te wijzen op het bestaan van belangenorganisaties en expertisecentra. Een integrale aanpak helpt inwoners om een goed overzicht te krijgen en de juiste keuzen te maken.
Eén loket
Voorall en het samenwerkingsverband Academische Werkplaats adviseren de introductie van één plek waar alle benodigde informatie te vinden is. Dit gaat verder dan uitsluitend informatie over de Wmo. Zij vinden dat de gemeente moet redeneren van vanuit de inwoner en niet vanuit het systeem.
Een inwoner wordt geconfronteerd met verschillende wetten en verstrekkingsprocessen, waarvan hij/zij vooraf niet weet welke regeling(en) op hem/haar van toepassing is/zijn. Het is de wens van Voorall en de Academische Werkplaats dat inwoners vooraf volledig worden geïnformeerd. Voorall ziet hiervoor, vanuit haar overstijgende maatschappelijke verantwoordelijkheid, een regierol weggelegd voor de gemeente. Uiteraard kan de gemeente hierbij worden ondersteund en geadviseerd door belangenorganisaties en specifieke expertisecentra voor mensen met bepaalde beperkingen. De gemeente is immers niet de enige organisatie die burgers informeert. Vanzelfsprekend willen de partners binnen de Academische Werkplaats ook hun verantwoordelijkheid nemen voor het informeren van inwoners over informatieverstrekking, maar zij willen zich daarbij wel meer gesteund voelen door de gemeente.
Wij zijn nog in afwachting van een reactie van wethouder Vavier, maar wij hopen uiteraard dat zij dit advies overneemt.
Jaarlijks geeft de gemeente honderden vergunningen af voor het plaatsen van steigers op stoepen. Vaak blijven die steigers de volledige periode van acht weken en soms nog langer staan. Dat dit bijzonder hinderlijk is voor mensen die rolstoelgebonden zijn of een visuele beperking hebben, snapt iedereen. Toch worden deze obstakels zonder dat er rekening wordt gehouden met mensen met een beperking toegestaan.
Voorall ontvangt regelmatig klachten over het feit dat een steiger de doorgang op het trottoir blokkeert en ook over de lengte van de periode dat een steiger op het trottoir staat. Geen enkel signaal dat Voorall afgelopen tijd over steigers heeft ontvangen, was positief. De steigers worden ervaren als erg hinderlijk tot gevaarlijk hinderlijk.
Omkijken naar elkaar
De gemeente is onlangs gestart met de campagne ‘Omkijken naar elkaar’. Die campagne beoogt te bevorderen dat inwoners zich om elkaar bekommeren. Een onderdeel van de campagne is het bevorderen dat stoepen vrij blijven van obstakels, zoals fietsen en overhangend groen. De gemeente heeft hiervoor de slogan ‘Stoep vrij = blij!’ geïntroduceerd en heeft deze slogan op talrijke plekken op stoepen aangebracht. Voorall ondersteunt deze campagne uiteraard van harte en hoopt dat de spreuk heel lang zichtbaar blijft. Voorall vindt echter dat de gemeente een stap verder moet gaan door ook zelf de verantwoordelijkheid te nemen om te bevorderen dat trottoirs zo min mogelijk obstakels hebben.
Vergunning
Voorall adviseert de vergunningverlening voor het plaatsen van steigers op stoepen aan te passen. Wij hebben daarbij als doel dat mensen die rolstoelgebonden zijn of een visuele beperking hebben minder last ervaren van steigers. Voorall vindt dat de gemeente de aanvragers van een vergunning voor het plaatsen van een steiger moet verplichten een inspanning te doen om de toegankelijkheid van het trottoir ter plekke te waarborgen. Dit zou onderdeel moeten worden van de vergunningaanvraag en ook van de communicatie op de website van de gemeente.
Verder vindt Voorall dat er een financiële prikkel moet komen om steigers zo kort mogelijk te laten staan. Ook als de toegankelijkheid goed is gewaarborgd op de plek waar de steiger staat, blijven het ongewenste obstakels. Voorall stelt voor vergunningen voor een steiger te verkorten tot maximaal drie weken. Indien de vergunningaanvrager de steiger langer wil laten staan, moet daar opnieuw een vergunning voor worden aangevraagd. Deze tweede vergunning voor maximaal drie weken dient wat ons betreft aanzienlijk duurder te zijn dan de eerste vergunning. Per saldo wordt de vergunning ingekort tot maximaal zes weken en draagt een financiële prikkel bij aan het korter blokkeren van het trottoir.
Tenslotte dienen steigers beter zichtbaar te worden gemaakt zodat slechtzienden een steiger tijdig waarnemen. Een reflecterende verticale strook op de buitenste buizen op begane grond niveau verbetert de herkenbaarheid.
Mensen die rolstoelgebonden zijn en mensen met een visuele beperking hebben geen alternatief voor het gebruik van de stoep. Zij kunnen niet eenvoudig de straat op. Daarom moet het blokkeren van trottoirs door steigers zo kort mogelijk duren en moet het waarborgen van de toegankelijkheid uitgangspunten worden bij het verlenen van een vergunning. Als Den Haag een toegankelijke stad wil zijn, moet er ook in het vergunningenbeleid rekening worden gehouden met mensen met een beperking. Daarom zegt Voorall tegen de gemeente: Practice what you preach en draag geloofwaardig bij aan Stoep vrij = blij!
Op donderdag 18 september 2025 bracht Voorall met een zestal ervaringsdeskundigen een bezoek aan Restaurant Classique, het luxe-restaurant van ROC Mondriaan aan de Koningin Marialaan in Den Haag. Hier werden we ontvangen door de horecaondernemers van de toekomst: studenten van de Haagse mbo-opleiding Horeca en Facilitaire dienstverlening. Ons doel was deze toekomstige horecamedewerkers kennis te laten maken met de do’s & dont’s in de dienstverlening aan mensen met een beperking. We troffen het: we zijn heel hartelijk ontvangen voor de lunch die werd verzorgd tijdens de allereerste praktijkles van de eerstejaarsstudenten.
In ons gezelschap waren mensen met een fysieke, auditieve en/of visuele beperking. De stoep voor het gebouw was niet heel goed toegankelijk vanwege de vele scooters die daar te ruim geparkeerd stonden. Hier zou meer ruimte gecreëerd kunnen worden.
Bij binnenkomst verzocht één van de ervaringsdeskundigen of zij haar handbike kon opladen. Dit was geen enkel probleem, bij de entree was een beschikbaar stopcontact dat we hiervoor mochten gebruiken. Met een beetje hulp van mede ervaringsdeskundigen -er was wat weinig plaats om te manoeuvreren met de rolstoel in de entreehal om het stopcontact te bereiken- kon de handbike worden opgeladen.
In het restaurant zelf was voldoende bewegingsruimte. Het was een sfeervolle, mooi ingerichte, gelijkvloerse zaal en we werden vriendelijk begeleid naar onze tafel. De glazen wand achter onze plaats bood uitzicht op de keuken. Hier konden we een blik werpen op hoe het heerlijke eten voor ons bereid werd.
Zoals vaak het geval is in horecagelegenheden was de ruimte qua akoestiek uitdagend voor degenen met een auditieve beperking. De vele omgevingsgeluiden maakten het lastiger te communiceren. Wanneer we niet verstonden wat werd gevraagd of gezegd, herhaalden de studenten zichzelf geduldig.
Eén van onze ervaringsdeskundigen met een visuele beperking vroeg aan de begeleidend docent op welke manier zij doorgaans kenbaar maken wat op het menu staat aan mensen die blind of slechtziend zijn. Hierop las de docent de menukaart voor. Een andere aanwezige gaf er de voorkeur aan de Seeing AI app (Seeing AI - Apps op Google Play) te gebruiken, waarbij je een foto van de kaart neemt en de tekst vervolgens wordt voorgelezen.
Er was een MIVA toilet aanwezig op dezelfde verdieping in het pand, dat was heel erg prettig. De toegang tot de gang waarachter alle toiletruimtes zich bevonden, was voorzien van een deur met dranger. Deze stond helaas te zwaar afgesteld. Een lichtere afstelling (tot maximaal 20/30 newton) zou de toegankelijkheid verbeteren.
We hebben heerlijk gegeten en waren tevreden met de vriendelijke en servicegerichte ontvangst en bejegening door de studenten en de begeleidend docent. Na afloop van de lunch hebben we ter plekke een tiplijst aan de studenten overhandigd met tips voor de communicatie met mensen met diverse beperkingen, zodat zij hier in hun verdere loopbaan hun voordeel mee kunnen doen.
Tevens hebben we onze ervaringen en aanbevelingen aangaande de scooters en de dranger na afloop gedeeld met de directie, die onze feedback over de toegankelijkheid zeer serieus namen. De aanbevelingen zijn doorgestuurd naar het hoofd Facilitair, die ze zal meenemen en waar mogelijk tot verbetering zal overgaan.
We kijken terug op een geslaagde middag!